Het Onze Vader

De basis van het Christelijke geloof is de Bijbel, en met name het Nieuwe Testament.
In dat Nieuwe Testament lezen we bij Mattheüs 6, 9-13


9	Jullie moeten zo bidden:

	Onze Vader in de hemel,
	Uw naam worde geheiligd
10	Uw koninkrijk kome,
	Uw wil geschiede,
	Op aarde zoals in de hemel
11	Geef ons vandaag het nodige brood,
12      en vergeef ons onze schulden
	Zoals ook wij hebben vergeven wie schulden heeft bij ons.
13      En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad.

14      Want als jullie de mensen hun overtredingen vergeven, zal de hemelse Vader ook jullie vergeven.
15      Maar als jullie de mensen niet vergeven, zal je Vader jullie overtredingen ook niet vergeven.

En we lezen bij Lucas 11 1-4

1	Eens was Hij ergens aan het bidden. Toen hij opgehouden was, vroeg één van de leerlingen hem: 
	"Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft".
2	Hij zei tegen hen: "Wanneer je bidt, zeg dan:
	Vader,
	Uw naam worde geheiligd,
	Uw koninkrijk kome,
3	geef ons elke dag het nodige brood
4	en vergeef ons onze zonden:
	Want ook wij vergeven ieder die ons iets schuldig is.
	En breng ons niet in beproeving"

Het is dus niet verwonderlijk dat dit gebed, dat wij het "Onze Vader" noemen, een van de meest gebruikte gebeden is.
Dat het zo veel gebruikt wordt heeft echter een gevaar: het wordt een ritueel, een gewoonte, waarbij niet meer nagedacht wordt over de betekenis van wat we eigenlijk bidden.
Het recentelijk opnieuw vertaalde "Onze Vader" gaat als volgt:


	Onze Vader, die in de hemel zijt
	Uw naam worde geheiligd,
	Uw rijk kome,
	Uw wil geschiede
	op aarde zoals in de hemel.
	Geef ons heden ons dagelijks brood.
	En vergeef ons onze schulden,:
	zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
	en breng ons niet in beproeving
	maar verlos ons van het kwade.

Het lijken allemaal vragen en wensen die God zou moeten/kunnen voldoen. Het is geschreven in de "aanvoegende wijs" die een wens uitdrukt. Maar bij nader inzien blijkt het meer een opgave aan onszelf te zijn dan een verzoek om een actie van God.:

Onze Vader, die in de hemel zijt.
Jezus noemde God zijn (en onze) Vader. In "Jezus, het verhaal van een levende", geschreven door Prof. Edward Schillebeeckx, maakt hij aannemelijk dat Jezus het vertrouwelijke "Abba" (=Papa) gebruikte in plaats van het officiële afstandelijke "Pater" (=Vader). We moeten God dus veel meer naderbij zetten dan we eigenlijk gewoon zijn: Een verre afstandelijke almachtige God.

Uw naam worde geheiligd.
Dit begrijp ik niet goed. Allereerst: "Uw Naam". Waarom niet God zelf, of zijn wat-dan-ook?
Nu schrijft Karen Armstrong in "De Geschiedenis van God" dat elke bewering over God niet verifieerbaar is, maar ook niet falsifieerbaar. Het is dus sowieso zinloos om over God te spreken en hem allerlei eigenschappen toe te kennen. Niemand kan zo'n bewering waarmaken, en ook niet onwaar. Het enige wat je van God kan zeggen is, dat hij een naam heeft. Bij de Christelijke religies is dat GOD, bij de Islam is dat ALLAH en bij de Joden is dat JAHWEH. Ook in het Magnificat komt een zin voor: "en zijn naam is heilig". Een naam schijnt dus, zeker in die tijd, belangrijk te zijn geweest.
Aan de andere kant: God heeft niet de mens gemaakt (evolutie, Darwin) maar de mensen (de mensheid) hebben wel God gemaakt (verzonnen). De mensheid had een God nodig voor een van boven opgelegde moraal/ethiek. En misschien mogen we daarom wél aan God enige eigenschappen toekennen. In de loop van de laatste 20 eeuwen (voor de Christelijke Religie) hebben we dat dan ook regelmatig gedaan, en op verschillende tijdstippen op verschillende eigenschappen de nadruk gelegd. "Onze" huidige God is niet een God-van-oorlog, maar ik denk dat in de tijd van de Kruistochten de toenmalige (christelijke) God wel een God van oorlog was. Vandaar dat er ook een dik boek met "de Geschiedenis van God" te schrijven viel.
Dat de Naam van God belangrijk is/kan-zijn, toont wel de Koran die een hele Soera (=Hoofdstuk) wijdt aan de 99 namen van Allah.
En ten tweede: "worde geheiligd". Wat is "heiligen". Van de Dikke van Dale word ik ook niet veel wijzer:

.         hei'ligen, (heiligde, heeft geheiligd), (overg.)
1        wijden aan, bestemmen voor God: heiligt mij alle eerstgeborenen (Exod. 13 : 2);
	-  vand. ook in 'talg.: wijden (aan); -
2	 Voor de dienst der Godheid geschikt of waardig maken. 
	Wijden: een kerk een altaar heiligen; geheiligde vaten; een geheiligde plaats; 
	- zich heiligen, zich tot een heilige handeling voorbereiden: 
	(bijb.) sta op, heilig het volk, en zeg: heiligt u tegen morgen (Joz. 7 : 13); -
3	De onheilige, ongoddelijke natuur wegnemen, louteren: Jezus, o, heilig mij - 
	ook in alg., niet-godsd. zin: wegen, door haar roet geheiligd (Staring);
	- (zegsw.) het doel heiligt de middelen, als het doel maar goed is, komt het op de middelen waardoor men het zoekt te bereiken niet aan,
	worden zelfs ongeoorloofde middelen geoorloofd; -
4        Voor heilig erkennen, eren: gedenkt de sabbatdag, dat gij die heiligt (Exod. 20 : 8); Uw naam worde geheiligd Matth. 6 : 9); vgl. Geheiligd

De laatste mogelijkheid, nummer 4, lijkt me de meest toepasselijke. De hele zin uit het Onze Vader wordt daar ook geciteerd. Wij wensen dus dat de naam van God geëerd wordt. Als wij dat wensen, dan moeten wij dus allereerst dat zelf doen! Toch begrijp ik deze zin nog niet helemaal. Het lijkt mij een cirkelredenering. Het begrip van "heiligen" in een zin verklaren met diezelfde zin. Hier klopt iets niet.

Uw rijk kome.
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.

Deze twee zinnen betekenen hetzelfde, de tweede is een nadere uitwerking van de eerste. Als Gods rijk op aarde is gevestigd, dat wordt dus Gods wil uitgevoerd. God is echter geen tiran die zijn wil oplegt aan iedereen (wees voorzichtig met het toekennen van eigenschappen aan God). Maar als Gods wil wordt uitgevoerd, dán is Gods Rijk op aarde. Als wij dus wensen dat Gods Rijk op aarde gevestigd wordt en dat Zijn wil uitgevoerd wordt, als wij dat wensen, moeten we zelf als eersten Gods wil uitvoeren.
Karen Armstrong concludeert over God ten tijde van de profeten:
Wanneer de profeten over de 'mens' nadachten, dachten ze er automatisch 'God' bij, degene wiens tegenwoordigheid op aarde onlosmakelijk met zijn volk verbonden leek. God is van de mens afhankelijk als hij op aarde werkzaam wil zijn - dat was een gedachte die in de joodse Godsvoorstelling een heel belangrijke plaats zal innemen.
Maar wát ís Gods wil?
Dát mag U zelf bepalen. U, die dus (zie regel 1) een "kind" van God is zou het beste moeten weten wat Uw Vader's wil is. Ik ga er hierbij van uit dat ik tegen goedwillende Christenen praat. Ik weet wel dat "de meeste mensen deugen", maar niet álle mensen. Andere mensen, die geloven aan een andere God, kunnen dus geheel andere daden na streven. Maar we gaan hier uit van de "Christelijke" gelovigen.

Geef ons heden ons dagelijks brood.
Dit kunt U opvatten als een verzoek. Voor vele mensen is dat een terecht verzoek, want iedere dag hebben ze opnieuw moeilijkheden om het voedsel voor die dag voor hun gezin te bemachtigen. Voor velen die dagelijks genoeg of overvloedig te eten hebben past een dankgebed beter dan een verzoek om meer. Als wij dan toch "Geef ons heden ons dagelijks brood" bidden moeten we de nadruk leggen op"ons". Geef ons, als mensheid, genoeg te eten. En als U dat wenst, moet U zo veel als mogelijk is, dat ook realiseren. God is, zoals wij net zagen, voor zijn daden afhankelijk van de mens. U moet dus zo veel als mogelijk is zorgen dat iedereen te eten heeft.

En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
Hier is geen woord sanskriet bij, of welke andere taal dan ook. In de verzen 14 en 15 van Matheus staat nog extra vermeld dat als U anderen niet vergeeft, U zelf ook niet vergeven zult worden. Dus U vraagt wel om vergeven te worden, maar het is daarom een opdracht om zelf te vergeven.

En breng ons niet in beproeving maar verlos ons van het kwade.
Het is een beetje een vreemde veronderstelling dat God ons in beproeving zou brengen. Hij wil toch dat wij zijn wil doen? Waarom zou Hij ons dan van dat pad af trachten te leiden? Een vreemde God. Zou het een tijdsafhankelijke voorstelling van God zijn geweest die het zo geformuleerd heeft?
Verlos ons van het kwade is ook weer een verzoek dat we zelf moeten in lossen. God werkt door de mens. Wij mogen anderen dus geen kwaad doen. Lijkt me nogal van zelf sprekend.

Door andere, niet Katholieke, Christenen wordt hier nog aan toegevoegd: "Want van U is het Koninkrijk en de Kracht en de Heerlijkheid in eeuwigheid."
Dit is er dus duidelijk later door mensen aan toegevoegd. Het staat niet in de Evangeliën. Ook dit begrijp ik weer niet zo goed. Het woordje "Want" geeft een reden of oorzaak aan. Het is dus alsof wij zeggen: Wij hebben de kracht niet om dat allemaal uit te voeren, maar U heeft die Kracht, en doet U het dus maar. Terwijl we ook gezien hebben dat God voor zijn daden afhankelijk is van de mensen die het (moeten/willen) uitvoeren. Ik vind dit een verzwakking van mijn eerdere overwegingen.
Resumerend: God werkt via de mens! Dus de vragen die wij Hem stellen, de verzoeken die wij Hem doen, moeten we zelf uitvoeren. De twee belangrijkste vind ik zelf dus om altijd (Zo veel mogelijk) Gods wil te doen en om anderen te vergeven. Dáár moeten we constant op bedacht zijn en rekening mee houden in ons dagelijks leven.
Ik vraag me echter af of iedereen die het Onze Vader bidt, zich ook daadwerkelijk altijd van die consequenties bewust is.
Vandaar dat ik het een keer heb opgeschreven.



Literatuur:

1	Bijbel
	Uit de grondtekst vertaald
	Willibrordvertaling 1999
	Katholiekje Bijbelstichting 's-Hertogenbosch
	ISBN KBS 90 6173 570 X

2	Een geschiedenis van God
	Karen Armstrong
	ISBN 90 414 4/5/2003

3	Koran

4	Jezus, het verhaal van een levende.
	Door Edward Schillebeeckx
	Uitgeverij H. Nelissen BV Bloemendaal 1975
	Zevende druk